3116 - Dutch
WAT MOET IK DOEN OM GERED TE WORDEN?
1. GELOOF in die Here Jezus ... en u zult gered worden (Hand. 16:30,31), zonder geloof is dat onmoegelijk. Wie by God wil komen moet geloven, dat hij bestaat en dat hij beloont wie hem zoeken. (Heb. 11:6). Wie weigert te geloven, wordt veroordeeld. (Marcus 16:16). Als u weigert te geloven dat ik ben die ik ben, zult u sterven in uw zonden. (Johannes 8:24). Zo is het ook met het geloof: als het metnresulteert in daden, is het op zichzelf genomen dood. (Jakobus 2:17).
2. BEKEREN - Begin een nieuw leven ... en laat u dopen in de naam van Jezus Christus (Hand. 2:38). Maar nogmaals: als u geen nieuw leven begint, zult u allemaal omkomen, evenals zij. (Lucas 13:3,5). Hij laat nu alle mensen over de hele wereld weten dai ze een nieuw leven moeten beginnen. (Hand. 17:30). God heeft dus ook de niet-Joden de gelegenheid gegeven zich te bekeren en te leven! (Hand. 11:18).
3. BRENGT - en dat brengt ons redding. (Romeinen 10:10). Alsu met uw mond belijdt: Jezus is die Here, en met uw hart gelooft dat God hem van die dood heeft opgewekt, wordt u gered. (Romeinen 10:9), Leder die tegenover de mensen er openlijk voor uitkomt dat hij bij mij hoort, voor hem zal ik hetzelfde doen tegenover mijn Vader in de hemel. (Matteüs 10:32). U bent de Christus, de Zoon van de levende God! (Matteüs 16:16). Ik geloof dat Jezus Christus de Zoon is van God. (Hand. 8:37).
4. DOOP - de doop waardoor u nu wordt gered. (1 Petrus 3:21). Wie gelooft en zich laat dopen, wordt gered. (Marcus 16:16). Niemand kan koninkrijk van God binnenkomen, als hij niet geboren wordt uit water en Geest. (Johannes 3:5). En laat u dopen in die naam van Jezus Christus om vergeving te krijgen van uw zonden; en u zult de heilige Geest geschonken krijgen. (Hand. 2:38). Laat je dopen en je zonden afwassen onder het aanroepen van zijn naam. (Hand. 22:16). De doop heeft u allen met Chrisus verenigd (Galaten 3:27). Door de doop die ons één maakte met het stervan Christus Jezus, werd zijn dood ook onze dood.Dat weet u toch wel! (Romeinen 6:3). Want wie één is geworden met Christus, is een nieuwe schepping. (2 Kor. 5:17).
ZE VOEDT ONS OP EN LEERT ONS DAT we ons moeten afkeren van ons goddeloos leven en onze wereldse verlangens en dat we bezonnen, rechtvaardig en vroom moeten leven in deze wereld. In afwachting van het geluk waar we op hopen: de manifestatie van de heerlijkheid van onze grote God en redder. Christus Jezus. Hij heeft zichzelf voor ons opgeofferd om ons vrij te maken van elke ongerechtigheid en om ons te voormen tot een volk, dat gereinigdis van zonde, hem alleen toebehoort en zich inzet voor het goede. (Titus 2:12-14).
U HOUDT AAN DE OVERLEVERINGEN die ik u heb doorgegeven. (I Kor. 11:2).
Die Here Jezus zij u allen genadig. (Openbaring 22:21).
Gelukkig te prijzen zijn zij die hun kleren wassen en daardoor het recht hebben de vrucht van de levensboom te eten en door de poorten de stad binnen te gaan. (Openbaring 22:14).
J.D. Phillips
3113 Dutch
Hoe zou ik, als niemand mij wegwijs maaky?
26. Een engel van de Heer zei tegen Filippus: "Maak u gereed en sla tegen de middag de weg in die afdaalt van Jeruzalem naa Gaza." Dat is de woestijnroute.
27. Hij maakte zich klaar en ging op weg. Op een gegeven ogenblik kwam er een Ethiopiëraan. De man was eunuch, een hoge ambtenaar in dienst van de Kandake, de koningin van Ethiopië, en belast met haar financiën Hij was naar Jeruzalem geweest om God te aanbidden en was nu op de terugweg.
28. Op zijn reiswagen las hij hardop uit de profeet Jesaja.
29. "Ga naasr die wagen lopen," zei de Geest tegen Filippus.
30. Hij haalde de wagen vlug in en hoorde de Ethiopiër uit de profeet Jesaja lezen. "Begript u wat u daar leest?" vroeg Filippus hem.
31. "Hoe zou ik," antwoordde hji, "als niemand mij wegwijs maakt?" Hij verzocht Filippus in te stappen en naast hem te komen zitten.
32. Het schriftgedeele dat hij las, luidde: "Als een schaap werd hij naar de slachibank gebracht. Geen mond deed hij open, juist zoals een lam dat geen geluid geeft onder het scheren.
33. Hij werd vernederd en hem werd geen recht gedaan. Wie kan van zijn nageslacht verhalen? Want aan zijn aards bestaan is een einde gekomen."
34. "Vrtel me." vroeg de eunuch aan Filippus, "over wie heeft de profeet het hier? Over zichzelt of over een ander?"
35. Filippus begonte spreken. Met het gelezen stuk als uitgangspunt vertelde hij hem het grote nieuws over Jezus.
36. Onderweg kwamen ze langs een watet. "Kijk, hier es water!" zei de eunuch. "Wat is er tegen dat ik gedoopt word?"
37. "Nets," antwoordde Filippus, "als u maar metheel uw hart gelooft." De ander antwoordde: "Ik geloof dat Jezus Christus de Zoon is van God."
38. Hij liet de wagen stilhouden Ze gingen beiden het water in en Filippus doopte de eunuch.
39. Toen ze ui het water gekomen waren, nam de Geest van die Heer Filippus weg. De eunuch zag hem niet meer en zetie zijn tocht blij voort.
40. Filippus werd later aangetroffen in Azotus; hij trok het land door en verkondigede het evangele in alle steden, tot hij in Caesarea kwam.
Monday, April 28, 2008
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment